Menu Filters

Uitgaven

Het Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde (TvNG) is een Nederlandstalig kwartaalblad dat wordt verspreid onder de leden van de aangesloten beroepsverenigingen in Nederland en België en onder belangstellenden die zich als abonnee hebben aangemeld. Doelstelling van het tijdschrift is het bevorderen van discussie en uitwisselen van kennis tussen beroepsbeoefenaren in de nucleaire geneeskunde.
«1|2|...|20

Cardiologie en Neurologie (December 2024)

Themanummer: Cardiologie en Neurologie Op het Europese congres van de EANM werd onlangs gesproken over ‘wellicht wel de meest kansrijke’ periode voor de nucleaire geneeskunde. Hierbij speelden met name ontwikkelingen op gebied van theranostics en techniek een hoofdrol, maar in dit themanummer hebben we graag aandacht voor cardiologische en neurologische nucleaire toepassingen. Meer dan veertig jaar na de in Nature gepubliceerde eerste visualisatie van het dopaminerge systeem in de levende mens met PET, is er nog steeds veel interesse in het afbeelden van neurotransmittersystemen. Met professor Jan Booij, zeer ervaren in o.a. onderzoek met neuroreceptoren, blikken we terug op en kijken we vooruit naar belangrijke ontwikkelingen op het gebied van beeldvorming in de neuropsychiatrie, in het bijzonder het dopaminerge systeem. Daarnaast richten we ons op enkele belangrijke multicenterstudies die net zijn gestart of in de zeer nabije toekomst zullen starten. In de opzet van de TAP-TAU studie wordt beschreven hoe de meerwaarde van Tau PET imaging zal worden aangetoond in een klinisch uitdagende patiëntengroep. De bevindingen van deze studie worden mogelijk nog relevanter met de introductie van ziektemodificerende therapieën. Datzelfde geldt voor de uitkomsten van de DUPARC studie, een initiatief uit Groningen waarbij een grote groep de novo Parkinsonpatiënten uitgebreid wordt gekarakteriseerd op verschillende domeinen, onder andere met dopaminerge en cholinerge beeldvorming, hetgeen veel mogelijkheden biedt voor de ontdekking en validatie van biomarkers. Aan de andere kant zijn er ook technieken die al langere tijd worden gebruikt, maar nog altijd niet een duidelijke plek hebben binnen het diagnostische spectrum. Zo wordt aminozuur PET imaging binnen de neuro-oncologie in sterk wisselende mate gebruikt door believers of non-believers. Met het FET POPPING initiatief zoals in dit nummer wordt beschreven komt hieraan hopelijk een einde. Ten slotte worden ook de eerste resultaten beschreven van de VeCosCo studie, een studie gericht op het vinden van het neurobiologisch substraat bij longcovid, in het bijzonder gericht op neuroinflammatie. Deze studies laten zien dat er nog altijd veel interesse is voor nucleaire beeldvorming van het brein, niet alleen voor het detecteren van defecten in neurotransmittersystemen, maar ook voor de detectie van specifieke pathologieën of verklarende mechanismen bij persisterende klachten. Ook op cardiologisch vlak is er veel beweging. In dit nummer zoomen we onder andere in op de verschillen die er binnen de nucleaire geneeskunde in Nederland bestaan ten aanzien van scantechnieken en protocollen voor bepalingen van ischemie, viabiliteit, amyloïdose en sarcoïdose. Hierbij is er ook aandacht voor de nieuwe themagroep vanuit de NVNG die hierin verder richting kan geven. Met de introductie van deze themagroep ontstaat mogelijk ook een platform met mogelijkheden voor het stellen van vragen voor implementatie van technieken of specifieke casus. We hopen de lezer met deze interessante ontwikkelingen in dit themanummer weer voldoende afleiding te bieden in de koude decembermaand, wellicht onder het genot van een oliebol of een spannende wedstrijd  op het WK darts. Namens de gasthoofdredacteuren alvast een fijne kerst en tot volgend jaar! Namens de gasthoofdredacteuren, Klaas Pieter Koopmans en Gilles Stormezand INHOUD Focal ischemia on [13N]NH3-PET/CT after stent placement: two cases R.J.J. Knol, M. van der Zant, M. Wondergem, S.V. Lazarenko  Enquête nucleair cardiologische beeldvorming in Nederland K.P. Koopmans, H.J. Verberne, A. Scholtens, P. Raijmakers, R.J.J. Knol, S.V. Lazarenko, M.E. Hol, A.J.A.T. Braat, R.H.J.A. Slart  CT van het hart, door iedere radioloog R.W. van Hamersvelt, H.P. Stallmann [18F]FET-PET gestuurd management van pseudoprogressie bij glioblastomen V. Ruijters, T. Snijders, M. Lam, N. Tolboom  Toegevoegde waarde van tau-PET bij diagnostische onzekerheid: opzet en methodologie van het TAP-TAU onderzoek J.F. Somsen, M.R. Vermeiren, G. Luurtsema, F.E. Reesink, J.J. de Vries, N.A. Verwey, L. Hempenius, N. Tolboom, G.J. Biessels, J.M. Biesbroek, M.W. Vernooij, H. Seelaar, E.M. Coomans, C.E. Teunissen, A.W. Lemstra, A.C. van Harten, L.N.C. Visser, W.M. van der Flier, E.M. van de Giessen, R. Ossenkoppele De Dutch Parkinson Cohort (DUPARC) studie E. de Meyer, S. van der Zee, S. Slingerland, A.K. Dortmond, G.N. Stormezand, S.K. Meles, T. van Laar Zoektocht naar de neurobiologische basis voor long COVID: de VeCosCO studie D. Visser, S.S.V.Golla, X. Palard-Novello, S.C.J. Verfaillie, A. Verveen,E. van de Giessen, P.T. Nieuwkerk, R.C. Schuit, M. Kassiou, A.D. Windhorst, S. Biere-Rafi, B. Appelman, M. van Vugt, F. Barkhof, B.N.M. van Berckel, R. Boellaard, H. Knoop, N. Tolboom  Onderzoeker in de kijker: Interview met prof. Jan Booij  Even voorstellen, de themagroep cardiovasculair  Cursus- en congresagenda

Dec '24. Focal ischemia on [13N]NH3-PET/CT after stent placement: two cases

This case report focusses on two symptomatic patients with focal ischemia on [13N]NH3-PET/CT, occurring either directly or in the years after stenting of coronary artery stenoses. These cases demonstrate bifurcation stenoses of the LAD/septal branch, and the distal RCA/PDA respectively, with remaining ischemia after stenting and subsequent occlusion of the jailed side branch.

Dec '24. Enquête nucleair cardiologische beeldvorming in Nederland

In 2023 the Dutch nuclear medicine society issued new regulations for the working groups. For us, the cardiovascular nuclear medicine working group, this was a reason to design a questionnaire regarding the use of MUGA, cardiac amyloid, cardiac SPECT perfusion imaging, PET sarcoidosis imaging, PET vasculitis imaging, PET hibernation imaging and PET myocardial perfusion imaging to get a better understanding of the current practices and needs of the members of our society. With this questionnaire, we hope to be able to be better equipped to contribute in the writing of guidelines, aid setting up training programs and help centers with implementation of new techniques. These results can also be beneficial in coordinating cardiovascular research in nuclear medicine.

Dec '24. CT van het hart, door iedere radioloog

Jaarlijks neemt het aantal CTscans gestaag toe. In 2005 waren het er landelijk ongeveer 800.000, terwijl dit er in 2020 al meer dan 2 miljoen waren (RIVM). Door obesitas en gestegen levensverwachting zet de groei naar alle verwachting de komende jaren door. De CTA-coronairen gaan de komende vijf jaar nog harder groeien, waarschijnlijk verdubbelen. In de nieuwe richtlijnen vervangt CT als poort-diagnostiek de antieke fietsproef. Dit onderstreept het belang van kennis van het hart bij alle radiologen.

Dec '24. [18F]FET-PET gestuurd management van pseudoprogressie bij glioblastomen

Aminozuur PET scans, zoals met de radioligand [18F]fluoroethyll-tyrosine (FET), zijn waardevolle aanvullingen op MRI voor de beeldvorming van gliomen, vooral bij het onderscheiden van tumorprogressie versus pseudoprogressie of radionecrose. Deze tracers kunnen de bloed-hersenbarrière passeren en bieden een nauwkeuriger beeld van de tumoruitbreiding dan contrast-MRI alleen. In enkele landen wordt [18F]FET vanwege zijn langere halfwaardetijd en hoge specificiteit voor tumorweefsel het meest gebruikt. De [18F]FET-PET scan wordt in Nederland daarentegen nog weinig ingezet vanwege beperkt bewijs voor patiëntenvoordeel, hoge kosten en twijfel onder artsen over de meerwaarde.

Dec '24. Toegevoegde waarde van tau-PET bij diagnostische onzekerheid: opzet en methodologie van het

Met de recente introductie van ziektemodificerende behandelingen voor de ziekte van Alzheimer (AD) en de nationale ambitie voor gepersonaliseerde diagnostiek, is nauwkeurige detectie van onderliggende pathologie van belang. Tau-PET biedt mogelijkheden om AD-pathologie te detecteren, maar de toegevoegde klinische waarde ervan moet nog worden vastgesteld.

Dec '24. De Dutch Parkinson Cohort (DUPARC) studie

De ziekte van Parkinson (PD) is een van de meest voorkomende neurodegeneratieve aandoeningen wereldwijd. De diagnose van PD kan worden gesteld bij aanwezigheid van de typische motorsymptomen, namelijk bradykinesie, rigiditeit en/of rusttremor (1). Naast deze typische symptomen bestaan echter ook een hele reeks belangrijke niet-motorische symptomen zoals cognitieve achteruitgang, gastro-intestinale stoornissen, visuele stoornissen, depressie, apathie, slaapproblemen, en autonome stoornissen. Deze niet-motorische klachten kunnen in elk stadium van de ziekte optreden, maar kunnen ook vooraf gaan aan de typische motorische symptomen (2). De symptomen bij PD zijn heterogeen en verschillende klinische subtypes kunnen worden onderscheiden, elk met een unieke combinatie en ernst van symptomen. Dit wijst op mogelijke variaties in de onderliggende pathofysiologische mechanismen van de PD-subtypes.

Dec '24. Zoektocht naar de neurobiologische basis voor long COVID: de VeCosCO studie

De VeCosCO studie heeft als doel om de neurobiologische basis van langdurige Vermoeidheid en Cognitieve klachten na COVID-19 te onderzoeken middels [18F]DPA-714 (total body) PET. Deze tracer wordt gebruikt om neuro-inflammatie in beeld te brengen en is enkel beschikbaar voor onderzoeksdoeleinden en niet voor klinische toepassingen. De dataverzameling van de studie is afgerond en er kunnen geen mensen meer deelnemen of aangemeld worden. De (eerste) resultaten laten zien dat er globaal verhoogde ontstekingsactiviteit in de hersenen van mensen met persisterende vermoeidheid en concentratieproblematiek na COVID-19 gemeten wordt wanneer je het vergelijkt met mensen die deze persisterende klachten na COVID-19 niet rapporteren.

Dec '24. Onderzoeker in de kijker

Prof. Jan Booij is sinds 2009 hoogleraar Experimentele Nucleaire Geneeskunde, in het bijzonder onderzoek naar neuropsychiatrische aandoeningen, aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMCUvA). In zijn onderzoek richt hij zich op het afbeelden en kwantificeren van neuroreceptoren, met name ten aanzien van het dopaminerge systeem bij de ziekte van Parkinson, dementie met Lewylichaampjes, psychotische aandoeningen, obesitas, en drugsverslaving. Daarnaast richt hij zich op het cholinerge en het serotonerge systeem, onder andere bij depressie.

September 2024

Minder kan ook meer zijn   De ontwikkeling van precisiegeneeskunde is gepaard gegaan met een gepersonaliseerde aanpak van diagnostiek en behandeling. Met name in de oncologie is precisiegeneeskunde in de laatste decennia in een stroomversnelling geraakt. Dankzij nieuwe toepassingen van specifieke algoritmen zoals bijvoorbeeld bij genetica en data-analyse, kan een computer het DNA afkomstig uit de kankercellen van patiënten analyseren in het licht van duizenden genvariaties, honderden kankermedicijnen en talloze medicijncombinaties. Doel is om beter te kunnen bepalen welke systemische behandeling in staat is om specifieke maligne tumorcellen het best te kunnen bestrijden. Dit kan immunotherapie, chemotherapie, hormoontherapie of andere medicijnen betreffen. Precisiegeneeskunde betekent in veel gevallen dat, met minder belasting voor patiënten, er meer kan worden bereikt. In de context van precisiegeneeskunde is de rol van hybride beeldvorming (PET/CT en in mindere mate PET/MRI) waardevol. Niet alleen voor diagnostiek en stagering, maar ook voor het monitoren van therapierespons. Behalve op hybride apparatuur steunt deze bijdrage ook op de toepassing van nieuwe radiotracers. Naast FDG hebben PSMA liganden de rol van nucleaire geneeskunde de laatste jaren versterkt, en zoals de recente wetenschappelijke vergadering van de NVNG liet zien, wordt momenteel ook FAPI gevalideerd als een PET tracer van brede toepassing voor diverse doeleinden. Precisiegeneeskunde betekent ook de-escalatie. Met name in chirurgische behandelingen wordt deze aanpak steeds meer toegepast. Een tendens die in het laatste decennium van de vorige eeuw met de introductie van de schildwachtlierprocedure begon, met als resultaat een geleidelijke vervanging van radicale lymfeklierdissecties. Essentiële component van deze verandering was en is de rol van  nucleaire geneeskunde in het preoperatief in kaart brengen van individuele lymfedrainage patronen en de intraoperatieve lokalisatie van radioactieve schildwachtklieren.  In Nederland resulteerde deze gepersonaliseerde aanpak in een stijging van het aantal schildwachtklierbiopsieën zonder latere completering van axillaire lymfeklierdissecties van 11% in 2006 naar 94% in 2016, bij patiënten met mammacarcinoom zonder klinisch aangedane lymfeklieren en behandeld met neoadjuvant systemische therapie (1). Maar ook in patiënten met positieve axillaire klieren die werden behandeld met neoadjuvante systemische therapie vond men een reductie in het percentage okselkliertoiletten van 99% in 2006 tot 53% in 2016. De tendens tot de-escalatie in behandeling gesteund door neoadjuvante systemische therapie en precisiechirurgie of radiotherapie is ook overgewaaid naar andere maligne tumoren. In deze paradigmaverschuiving speelt de hybride beeldvorming door nucleaire geneeskunde een belangrijke rol als routekaart. Hetzij voor therapierespons, diagnostiek of theranostiek, hetzij voor geleiding van interventies. Nucleaire geneeskunde kan significant bijdragen aan het minder-doen-voor-meer–resultaat dat de precisiegeneeskunde voor ogen heeft. Het adagium ‘minder–is-meer’, is soms ook van toepassing op de samenstelling van het TvNG. Doorgaans ambieert de redactie echter meer, als het gaat om de publicatie van relevante stukken. Zoals in de huidige uitgave van het tijdschrift. In een oorspronkelijk artikel vergelijken Philippine Nooitgedacht et al. PET/CT met [68Ga]PSMA en [18F]FDG voor de bepaling van respons op [177Lu]PSMA . Vervolgens bespreekt Dirk Wyndaele de komst van koolzuuranhydrase IX (CAIX)-targeting in een review, met achtergrondinformatie over de CAIX-gerichte eigenschappen van girentuximab en klinische onderzoeken die deze stof gebruiken voor theranostiek bij niet-nierkanker. Kortgeleden heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de VENI-financiering voor 2024 toegewezen aan veelbelovende onderzoekers uit de volle breedte van de wetenschap; steunend op onderzoek met betrekking tot nucleaire geneeskunde behoren Sanne van Lith en Anne Pees tot de lijst van laureaten en beiden worden in deze editie geïnterviewd voor de rubriek Onderzoeker in de Kijker. Op basis van ervaringen van de klinische praktijk bespreken Marjolein Hol et al. [18F]fluripidaz als een nieuwe PET-tracer voor de diagnostiek naar coronair lijden en myocardiale ischemie. In dit tijdschrift vindt u verder verslagen van de wetenschappelijke vergadering van de NVNG die werd gehouden op 21 juni jl. in Utrecht met FAPI als hoofdthema, en van het symposium georganiseerd op 28 juni jl. in Utrecht door het Centre for Future Affordable Sustainable Therapies Development (FAST) betreffende ontwikkelingen van het ecosysteem nucleaire geneeskunde.  Verder, bespreken Dirk Wyndaele et al. het gebruik van [177Lu]PSMA bij gemetastaseerd castratieresistent prostaatkanker. Na een bericht over de recente publicatie van de kennisagenda van de NVNG en de opgestelde top-10 van meest relevante en urgente onderzoeksvragen voor de periode 2024-2028, volgt een samenvatting van het proefschrift van Pim Hendriks die op 5 september jl. in Leiden promoveerde. Tot slot een nieuwe “Uit de Oude Doos”, dit keer met als thema leerboeken nucleaire geneeskunde van weleer. Soms is meer ook gewoon meer.   Renato Valdés Olmos & Ben Bulten   INHOUD   OORSPRONKELIJK ARTIKEL Bepaling therapierespons op [177Lu]PSMA door meting van Tumour Lesion Burden op de [18F]FDG PET/CT en de [68Ga]PSMA PET/CT bij patiënten met een gemetastaseerd prostaatcarcinoom P. Nooitgedacht; A. van den Berk; J.Esser; C.Bramer-Moorman; P. van Horssen; L. Andrews; P. Pasker-de Jong; J. van Dodewaard-de Jong; J. de Klerk BESCHOUWING Carbonic anhydrase IX (CAIX) gerichte oncologische beeldvorming en therapie: naar de nier en verder D. Wyndaele ONDERZOEKER IN DE KIJKER Het ontketenen van het succes van FAP gerichte radionuclidetherapie bij pancreascarcinoom S. van Lith BESCHOUWING [18F]flurpiridaz: ervaringen in de klinische praktijk M. Hol, A. Braat, D. Wyndaele ONDERZOEKER IN DE KIJKER Race against the clock A. Pees CWO VOORJAARSSYMPOSIUM 2024 FAPI, Where do we stand?  MEETING The rapidly evolving field of nuclear medicine M. Kooijman  PROEFSCHRIFT Advancements of Interventional oncology treatments for early stage hepatocellular carcinoma P. Hendriks  RICHTLIJNBESPREKING 177Lutetium-PSMA: verschillende tinten grijs D. Wyndaele; D. Oprea-Lager; W. Oyen KENNISAGENDA Kennisagenda nucleaire geneeskunde 2024-2028 UIT DE OUDE DOOS Leerboeken nucleaire geneeskunde door de jaren heen CURSUS- EN CONGRESAGENDA

Sept '24. Bepaling therapierespons op [177Lu]PSMA door meting van Tumour Lesion Burden op de [18F]FD

Prostate cancer is the most common malignancy in men. One therapy for metastatic castrationresistant prostate cancer is radionuclide therapy with [177Lu]PSMA. This study evaluated the prognostic value of Tumour Lesion Burden (TLB) measured via [18F]FDG PET/CT and [68Ga]PSMA PET/CT by relating it to Prostate Specific Antigen (PSA) response and time to PSA progression.

Sept '24. Carbonic anhydrase IX (CAIX) gerichte oncologische beeldvorming en therapie: naar de nier

Carbonic anhydrase IX (CAIX) wordt steeds meer erkend vanwege zijn cruciale rol in de pathofysiologie van kanker, met name vanwege expressie in hypoxische tumoromgevingen en de associatie met agressieve tumoren met een slechte prognose.