Dilemma’s bij de start van een nieuw congresseizoen
Op het moment van schrijven van deze editorial zit de zomer er weer op. En het was een hete zomer, in meerdere opzichten. Inmiddels is de COVID-crisis wat naar de achtergrond verdwenen en kunnen we ons, mede door het feit dat aangepaste vaccins binnenkort beschikbaar zullen zijn, weer vol overgave storten op fysieke deelname aan een nieuw congresseizoen, waarbij de eerste bijeenkomsten (World Federation of Nuclear Medicine and Biology; American Society of Nuclear Cardiology) reeds zijn afgesloten en anderen (NVNG, EANM) in oktober zullen plaatsvinden. Prachtige mogelijkheden om elkaar weer te ontmoeten en mooie samenwerkingen te bewerkstelligen voor de toekomst. Tegelijkertijd dringt, mede ingegeven door de reeds gememoreerde hete zomer, de vraag zich op in hoeverre het voor diezelfde toekomst nog verantwoord is dergelijke ontmoetingen te organiseren. Want wat is de CO2-voetafdruk van zo’n event?
Natuurlijk, elke vliegmaatschappij biedt tegenwoordig de mogelijkheid CO2-compensatie af te kopen. De vraag is echter wel of deze moderne aflaathandel zijn doel bereikt of dat de compensatie een onderdeel is geworden van de bedrijfsvoering van de betreffende maatschappij. Daarnaast zijn er uiteraard nog legio andere factoren die bijdragen aan de CO2-afdruk, bijvoorbeeld transportbewegingen van de cateraars en klimaatbehandeling van de grote congreszalen waarin de bijeenkomsten worden gefaciliteerd. Uiteraard is daar van alles op af te dingen, men moet immers thuis ook worden voorzien van eten en drinken - en wie heeft er tegenwoordig geen airco? -, maar desondanks is de indruk dat het voor de CO2-uitstoot meest optimaal is om zo min mogelijk bijeenkomsten te organiseren.
Dat lijkt dan toch een brug te ver, want deze bijeenkomsten hebben wel degelijk zin. En, alles in perspectief plaatsend, de grootste problemen bevinden zich eigenlijk op andere vlakken. Tata Steel in IJmuiden, bijvoorbeeld, stoot per jaar 12,5 kiloton CO2 uit. Eind augustus verscheen in de media het bericht dat Rusland per dag 4 miljoen kubieke m3 gas (!) affakkelt met een omgerekende CO2-uitstoot van 7 kiloton. Maar, zoals een slogan van de overheid al in 1990 gold, geldt die nu nog steeds: “Een beter milieu…” Juist.
De COVID-crisis heeft natuurlijk wel laten zien dat virtuele of hybride bijeenkomsten ook een mogelijkheid zijn. Op korte termijn kan dit de massaliteit van de congressen beperken. Zojuist heeft de EANM ook de registratie voor virtuele bijwoning van het congres in Barcelona geopend. En dat is vooruitgang, misschien wel vooral omdat het bedrijven die ondersteunende communicatiemiddelen aanbieden, stimuleert te innoveren. Zou het geen mogelijkheid zijn om in 2030 een virtuele bijeenkomst te organiseren met behulp van VR-brillen? Of te werken met hologrammen? De mogelijkheden lijken eindeloos voor de visionairs (of dromers?) onder ons. Vooralsnog pakt het merendeel van de participanten nog vol goede moed het vliegtuig naar het volgende congres. Maar wel met een knagende, steeds groter wordende vliegschaamte.
Over toekomst gesproken: Julie Nonnekens zal in de voorliggende editie van het Tijdschrift een klein tipje van haar toekomst oplichten, nu zij kortgeleden een grote Europese grant heeft binnengehaald. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de toekomst (en het verleden) van het stralingsonderwijs door middel van een interview met Manfred van der Vlies, verantwoordelijk voor het stralingshygiënisch onderwijs bij de Boerhaave Nascholing, en een collage van herinneringen aan het voorgaande onderwijs in ‘Uit de Oude Doos’. Ook van stralingshygiënische aard is het artikel van Hendrikse et al, waarin het effect van een nieuw uitvulsysteem op de persoonsdosis wordt onderzocht. Voorts is er een bespreking van de nieuwe richtlijn aangaande het gebruik van [18F]FDG-PET/CT in de radiotherapie planning bij longcarcinomen door collega de Geus-Oei et al. Tot slot een samenvatting van de wetenschappelijke voorjaarsvergadering, een Dienst in de Kijker van de collega’s uit het MUMC+ en een proefschriftsamenvatting van Steffie Peters.
Wij wensen u veel leesplezier (in het vliegtuig of elders) met de digitale versie van het TvNG, en een zinvol en prettig congresseizoen!
Ben Bulten & Renato Valdés Olmos
INHOUD
RICHTLIJNBESPREKING
Nieuwe ‘‘Joint EANM/SNMMI/ESTRO Practice Recommendations” beveelt [18F]FDG-PET/CT aan voor radiotherapieplanning bij longkanker
L. de Geus-Oei, J. Adam, Y. Lievens, W. van Elmpt, E. Troost
ONDERZOEKER IN DE KIJKER
Stralende toekomst
J. Nonnekens
INTERVIEW
Onderwijs Stralingsbescherming voor nucleair radiologen in opleiding aangepast
M. van der Vlies
OORSPRONKELIJK ARTIKEL
Dosisreductie door implementatie van het automatisch uitvul- en toedieningssysteem op de ontvangen stralingsdosis van medisch nucleair werkers
E. Hendrikse, W. Huisman, J. Medema, P. Elsinga, A. Willemsen
CWO VOORJAARSSYMPOSIUM NVNG
Wetenschappelijke vergadering NVNG: Theranostics in de lift
PROEFSCHRIFT
Optimale behandeling van prostaatkanker met radioactieve stoffen
S. Peters
DIENST IN DE KIJKER
Maastricht UMC+
UIT DE OUDE DOOS
Stralingsonderwijs in de nucleaire geneeskunde door de jaren heen
CURSUS- EN CONGRESAGENDA