Kruispunt in beeldvorming
Datum: 20 | 12 | 19
We lopen op het eind van het tweede decennium van het derde millennium. Een decennium met ups en downs, waarin historie werd geschreven en toekomst is gevormd. In hun boek Why Nations Fail stellen Acemoglu en Robinson dat de toekomst van een natie wordt bepaald door de respons van die natie op bepaalde kritische punten in een verder niet te beïnvloeden verloop van gebeurtenissen.
Dergelijke kritische punten waren er te over de afgelopen tien jaar. Bijvoorbeeld de Jasmijnrevolutie in het Midden-Oosten eind 2010, de positieve (lees: negatieve) uitkomst van het Brexit-referendum, de verkiezing van president Trump en de anti-China protesten in Hong Kong. Hoe deze kritische punten de jaren 20 zullen beïnvloeden weten we nu nog niet, maar het aardige van de theorie van Acemoglu en Robinson is dat onze reactie op deze gebeurtenissen ons lot bepaalt. We hebben het dus zelf in de hand.
Op een andere schaal geldt dit ook voor de kritische punten die het afgelopen decennium hebben plaatsgevonden op het gebied van medische beeldvorming. Als eerste in de wereld zijn wij in Nederland vijf jaar geleden gestart met een volledig geïntegreerde opleiding radiologie en nucleaire geneeskunde. Een ambitieus plan, zeker, waarbij in de afgelopen jaren vraagtekens zijn gezet bij de haalbaarheid. De ‘beeldvormer van de toekomst’ moet namelijk beschikken over een brede algemene basiskennis van de radiologie en nucleaire geneeskunde en excelleren op tenminste één klinisch gebied. Twee specialismen van samen tien jaar opleidingstijd, gereduceerd tot een opleiding van slechts vijf jaar. De reuring is begrijpelijk. Desondanks zijn de eerste Corona-aios afgelopen jaar op de werkvloer verschenen en is de nieuwe nucleair radioloog een feit.
Tegelijkertijd blijven de ontwikkelingen binnen beide vakgebieden zich in rap tempo nopvolgen. De implementatie van nieuwe radiofarmaca, hetzij in een therapeutische, hetzij in diagnostische setting, is in de jaren 10 buitengewoon snel verlopen. Multifasische CT’s en 3T MRI-scanners behoren tot de standaarduitrusting van de radioloog. Het succes van intra-arteriële therapie is indrukwekkend. Onze vakken kennen een technologische vooruitgang waar we nog middenin zitten, of misschien zelfs nog aan het begin van staan. Met de opkomst van artificiële intelligentie en theranostics verwachten we een nieuwe, revolutionaire verandering binnen ons vak die onze werkzaamheden verder zal bepalen.
Tot slot is er de steeds luidere roep vanuit de maatschappij om zinvol met middelen om te gaan. Meer en meer moet er nagedacht worden over efficiency en de toegevoegde waarde van een diagnostische en therapeutische procedure. En over hoe men zich dient te organiseren binnen een ziekenhuis.
Deze kritische punten dwingen ons na te denken over de reactie die wij als persoon, als beroepsgroep en als wetenschappelijke vereniging willen uitdragen. Voor ons als twee afzonderlijke redacties van de twee vakbladen was dit het uitgelezen moment om kennis met elkaar te maken en (vooralsnog eenmalig) de handen ineen te slaan voor een gezamenlijk themanummer. Zodat we kunnen laten zien dat wij de toekomst in eigen hand hebben. Wat de ‘beeldvormer van de toekomst’ precies zal doen moet in het komende decennium nog blijken. Hoe de verdere versmelting van onze twee vakken zal verlopen, eveneens. Uit ons (recente) verleden kunnen we in elk geval leren dat grote veranderingen mogelijk zijn. En, misschien is het allerbeste devies nog wel: laat de toekomst gewoon op je af komen.
Voor nu, veel leesplezier!
Ikrame Oulad Abdennabi en Ben Bulten