Wat ons verenigt
Aan het einde van het jaar blikken we vaak terug. Wat is er dit jaar gebeurd? Wat hebben we bereikt? Wat heeft ons geraakt? Maar dit jaar zitten we nog midden in een hectische periode, de coronacrisis. Niemand had eind 2019 kunnen voorspellen wat er in 2020 allemaal op ons af zou komen, en vooruitkijken naar 2021 voelt ook een beetje als koffiedik kijken. We hopen allemaal op een vaccin dat ons leven weer enigszins terugbrengt naar normaal, maar óf, hoe, en wanneer, dat is nog onduidelijk. Toch blijkt dat in heel veel opzichten 2020 ook best een normaal jaar is geweest. In grote lijnen zijn onze doelen hetzelfde gebleven. We willen gelukkig zijn op persoonlijk vlak, we willen de patiënten van een zo optimaal mogelijk zorg voorzien, en de meeste onderzoekers streven nog steeds de dezelfde wetenschappelijke doelen na. Alleen de manier waarop we daar komen is anders dan gebruikelijk en dat vraagt om extra veerkracht en flexibiliteit.
Dat geldt ook zeker voor het TvNG. Wij als redactie zetten ons in voor het tijdschrift omdat we van ons vakgebied houden en het leuk vinden om daarover met elkaar en met jullie in gesprek te gaan. In 2020 hebben we slechts één normale redactievergadering meegemaakt, sindsdien zijn het allemaal zoom meetings. Weliswaar hartstikke efficiënt. Er blijven mooie edities van het TvNG verschijnen. Maar wat bij ons blijft hangen is dat we de echte interactie en de informele gesprekken over ons vakgebied missen. We hopen dan ook van harte dat dit in de nabije toekomst weer mogelijk is.
Als we nog wat verder terugkijken naar december 2019 stond het themanummer volledig in het teken van de samenwerking tussen de nucleaire geneeskunde en radiologie. Twee specialismen met heel veel raakvlakken maar ook unieke eigen expertise. In het editorial van het themanummer 2019 werd onder andere gesproken over de eerste ‘Corona-aios’ op de werkvloer. In december 2020 roept het woord ‘Corona-aios’ bij menigeen hele andere associaties op. Maar de praktijk heeft het afgelopen jaar wederom laten zien dat wij als nucleair geneeskundigen en onderzoekers niet op een eiland zitten, en dat multidisciplinaire samenwerkingen essentieel zijn. Dit uit zich onder andere in de corona-crisis, waarbij verschillende ziekenhuizen nauw samenwerken en elkaars patiënten overnemen om de reguliere zorg zo goed mogelijk doorgang te laten vinden. Ook binnen ziekenhuizen wordt nauw samengewerkt tussen specialismen. AIOS en onderzoekers werken in de COVID-19 zorg op de ICU of verpleegafdeling. Nucleair geneeskundigen verslaan oncologische CTs en PET/CT scanners worden ingezet voor electieve CTs. Kortom, in korte tijd worden bruggen gebouwd en vernieuwingen doorgevoerd, waarvan een deel hopelijk blijvend de patiëntenzorg kan verbeteren.
In het huidige themanummer bouwen we voort op het multidisciplinaire aspect van de nucleaire geneeskunde. Er komen verschillende voorbeelden aan bod waarbij de kracht van de nucleaire geneeskunde gecombineerd wordt met andere disciplines, variërend van technisch, tot biologisch en klinisch. Juist deze samenwerkingen maken het mogelijk dat we vanuit de nucleaire geneeskunde op een heel breed niveau impact hebben op de gezondheidszorg en het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en daarbuiten.
Vooruitkijken naar 2021 is lastig. Kunnen we binnenkort weer terug naar het ‘oude normaal’ en welke veranderingen van de afgelopen periode willen we juist vasthouden? Ik waag me niet aan een uitspraak zoals Ben Bulten in het editorial van december 2019: “Uit ons (recente) verleden kunnen we in elk geval leren dat grote veranderingen mogelijk zijn”. Want dat bleek een schot in de roos dat niet in het huidige editorial kan worden overtroffen. Maar terugkijkend op de laatste edities van het TvNG wordt duidelijk dat de nucleaire geneeskunde juist vanwege haar multidisciplinariteit uitstekend toegerust is om veranderingen in de samenleving op te vangen. Dit multidisciplinaire aspect moeten we blijven inzetten om de patiëntenzorg en het wetenschappelijk onderzoek vooruit te brengen. Dat is tenslotte wat ons verenigt.
Sandra Heskamp
Renato Valdés Olmos
Ben Bulten
Themanummer
Het translationele en interdisciplinaire in de Nucleaire Geneeskunde
Inhoud
- Radioembolisatie met holmium-166: een brug tussen nucleaire geneeskunde en interventieradiologie
J. Roosen, M. Arntz, M. Janssen, J. Fütterer, J. Nijsen
- Tumor-gerichte tracers voor beeldgestuurde operatieve ingrepen: van laboratorium naar operatiekamer
M. Schilham, J. de Gooyer, R. Merkx, M. Rijpkema
- Radiobiologie van radionuclidentherapie; van DNA schade tot klinische toepasbaarheid
J. Nonnekens, F. Verburg, M. Konijnenberg
- Geavanceerde beeldanalyse technieken voor therapie-op-maat bij vroeg stadium nietkleincellig longkanker
E. Aarntzen, F. Ciompi, C. Jacobs
- Zelfontwikkelde AI-toepassingen: van concept naar klinische praktijk
J. van Dalen, J. van Dijk, R. Metselaar, B. Vendel
- Lymfedrainage scintigrafie voor radiotherapie planning
W. Vogel, M. Donswijk, A. Al-Mamgani, W. Schreuder
- De toegevoegde waarde van Klinisch Technologen voor de Nucleaire Geneeskunde
L.F. de Geus-Oei, K. Slump, J. Harlaar, W. Grootjans
- Current status of navigated robot-assisted radioguided surgery – examples in urology
M. van Oosterom, P. van Leeuwen, D. Rietbergen, A. Mottrie, F. van Leeuwen
- Translationeel onderzoek ten bate van hersenonderzoek binnen de nucleaire geneeskunde
J. Booij, B. van Berckel
- Moleculaire beeldvorming met 89Zr-immunoPET in translationele studies op het gebied van immuuntherapie
D. Giesen, M. Lub-de Hooge, A.H. Brouwers
- Hybride beeldvorming in de interventiekamer
H. de Jong, M. Dietze, M. Lam